Toepassing van DCM Vivimus aanplantgrond

• graaf een plantgat dat 2x breder dan de breedte van de kluit en 1,5x dieper dan de hoogte van de kluit.
• Meng de DCM Vivimus aanplantgrond goed door de uitgegraven grond. De meeste aanplantpakketten bestaan uit 1 zak DCM Vivimus aanplantgrond en dat is in het algemeen voor het aanplanten van 1 boom voldoende. Als u twijfelt aan de kwaliteit van de bodem of als de boom een grote kluit heeft, is het verstandig meer DCM Vivimus aanplantgrond te gebruiken.
• Vul het plantgat met het mengsel DCM Vivimus aanplantgrond/uitgegraven grond, totdat de diepte van het plantgat gelijk is aan de hoogte van de kluit. Bij zware kluiten kut u het plantgat het beste iets ondieper maken, omdat de kluit als gevolg van inklinking nog wat kan zakken.
• Plaats de kluit van de boom in de gewenste richting in het plantgat.
• Vul het plantgat met de rest van het mengsel DCM Vivimus aanplantgrond/uitgegraven grond.
• Druk de grond stevig, maar voorzichtig aan, zodat de kluit goed contact maakt met de grond. Let op dat u de wortels van de boom hierbij niet beschadigd. Het beste kunt u met de voet aandrukken waarbij de tenen van uw voet richting de kluit wijzen.
• Zorg ervoor dat de boom niet te diep of te ondiep wordt geplant om te voorkomen dat de boom problemen krijgt bij het inslaan in de volle grond. De bovenkant van de kluit moet na aanplant gelijk zijn met de bovenkant van het maaiveld.

Toepassing bij halfstam leibomen, driekwartstam (lei)bomen en hoogstam (lei)bomen met een stamomtrek tot en met 20-25cm

• U heeft 2 boompalen nodig (in het aanplantpakket ten behoeve van halfstam leibomen zit 1 boompaal die eerst nog in 2 gelijke delen gezaagd moet worden).
• Gebruik bij hoogstam leibomen alleen gewolmaniseerde boompalen. Kastanjehouten boompalen zijn te kort om het zware rek voldoende te kunnen ondersteunen.
• De boompalen worden haaks op de windrichting geplaatst.
• Bij het plaatsen van de boompalen zet u de grondboor naast de kluit van de boom om te voorkomen dat u de wortels beschadigd.
• Zet bij het plaatsen van de boompalen de palen iets scheef in de grond, met de bovenkant van de paal iets van de boom vandaan.
• Zorg ervoor dat de boompalen voor ongeveer 1/3deel in de grond staan.
• Bevestig de jute boomband met behulp van de boombandspijkers (2 per paal) in een 8 (zie afbeelding) om de paal en de boomstam. Trek hierbij de boompaal recht, zodat de stam onder spanning komt te staan. Hierdoor zal de windwerking door de stam worden opgevangen en niet doorwerken naar de wortels. Let wel op dat de boom netjes recht komt te staan.

Toepassing bij hoogstam (lei)bomen met een stamomtrek vanaf 25-30cm

• Voor zware hoogstam (lei)bomen met een stamomtrek vanaf 25-30cm is ons advies om 3 boompalen per boom toe te passen. Daarnaast zijn de kluit meestal een stuk groter, waardoor u per paal wat meer jute boomband nodig heeft.

• Gebruik bij hoogstam leibomen alleen gewolmaniseerde boompalen. Kastanjehouten boompalen zijn te kort om het zware rek voldoende te kunnen ondersteunen.

• Plaats de boompalen in een driehoek rondom de stam.

• Bij het plaatsen van de boompalen zet u de grondboor naast de kluit van de boom om te voorkomen dat u de wortels beschadigd.

• Zet bij het plaatsen van de boompalen de palen iets scheef in de grond, met de bovenkant van de paal iets van de boom vandaan.

• Zorg ervoor dat de boompalen voor ongeveer 1/3deel in de grond staan.

• Bevestig de jute boomband met behulp van de boombandspijkers (2 per paal) in een 8 (zie afbeelding) om de paal en de boomstam. Trek hierbij de boompaal recht, zodat de stam onder spanning komt te staan. Hierdoor zal de windwerking door de stam worden opgevangen en niet doorwerken naar de wortels. Let wel op dat de boom netjes recht komt te staan.