Aanplantinstructie voor uw palmboom

Geef uw palmboom de start die het verdient. Een mooie, zonnige en beschutte plek is het beste, zodat de koude wind in de winter weinig vat op de olijfbomen kan krijgen. Als u de boom in de vollegrond gaat planten, zijn daarnaast de waterhuishouding en de bodemgesteldheid van groot belang. Onder de meest optimale omstandigheden zal uw palmboom het mooist tot uiting komen.

Aanplant in de vollegrond:

Als de groeiplaats voldoet, raden wij u aan de onderstaande stappen te volgen als u uw palmboom in de vollegrond gaat planten. 

• Graaf een gat dat ongeveer 2x breder is dan de breedte de kluit en ongeveer 10% dieper dan de hoogte van de kluit. Als de bodemomstandigheden niet aan de juiste voorwaarden voldoen voor het plaatsen van een palmboom is het sterk aan te raden om een groot deel van de grond te vervangen voor potgrond voor Mediterrane planten en bomen. U kunt daarnaast ook lavakorrels door de grond mengen om de luchtigheid van de bodem te verbeteren.
• Meng de DCM Vivimus aanplantgrond goed door de uitgegraven grond. Bij grote palmbomen moet de hoeveelheid DCM Vivimus aanplantgrond in verhouding zijn met de omvang van de kluit. In het algemeen volstaat het gebruik van 2 tot 4 zakken DCM Vivimus aanplantgrond per boom.
• Vul het plantgat met het mengsel DCM Vivimus aanplantgrond/uitgegraven grond totdat het plantgat iets minder diep is dan de hoogte van de kluit. De kluiten van deze bomen zijn zwaar en meestal zal de kluit als gevolg van inklinking nog wat gaan zakken.
• Plaats de boom in het plantgat.
• Vul het plantgat met de rest van het mengsel DCM Vivimus aanplantgrond/uitgegraven grond.
• Druk de grond stevig, maar voorzichtig aan, zodat de kuit goed contact maakt met de grond. Let op dat u de wortels van de boom hierbij niet beschadigd. Het beste kunt u met de voet aandrukken waarbij de tenen van uw voet richting de kluit wijzen.
• Zorg ervoor dat de boom niet te diep of te ondiep wordt geplant om te voorkomen dat de boom problemen krijgt bij het aanslaan in de volle grond. Uiteindelijk (na inklinking van de grond) moet de bovenkant van de kluit gelijk zijn met de bovenkant van het maaiveld.
• Geef na het aanplanten veel water, zodat de overtollige lucht verdwijnt en het contact tussen de grond en de kluit optimaal wordt.

Aanplant in een bak:

Als u de palmboom in een bak gaat plaatsen, is het belangrijk om een bak te kiezen die wat breder en hoger is dan de kluit van de boom. Houd rekening met de volgende punten:

• In de bodem moeten voldoende ontwateringsgaten zitten die het overtollige water kunnen afvoeren. Daarbij is het erg belangrijk dat de gaten niet verstopt worden. Het beste is om de bodem van de bak iets boven de ondergrond te houden, zodat het overtollige water de mogelijkheid heeft om aan de onderkant van de bak uit te stromen.
• Monteer in ieder ontwateringsgat een overlooppijpje (*met uitzondering van cortenstalen bakken). Dit pijpje zorgt ervoor dat onderin de bak een laagje water kan blijven staan dat als watervoorraad dient. De palmboom kan dit water met zijn wortels omhoog trekken. 
• Dek de overlooppijpjes af met een stukje gronddoek, zodat de hydrokorrels en DCM Potgrond voor Mediterrane planten en bomen niet uit de bak kunnen ontsnappen. U kunt het doek met bijvoorbeeld een tyrapje aan het overlooppijpje vastmaken.
• Vul de onderste 10cm van de bak met hydrokorrels (*met uitzondering van cortenstalen bakken). Hierdoor ontstaat een volume waarin water kan worden opgeslagen.
• Breng een laag DCM potgrond voor Mediterrane planten en bomen aan, zodat de bovenkant van de kluit de gewenste hoogte krijgt. Houd hierbij rekening dat de potgrond nog een klein beetje zal inklinken.
• Haal de palmboom uit zijn pot en zet de boom in de gewenste stand in zijn nieuwe bak.
• Vul de rest van de bak met DCM potgrond voor Mediterrane planten en bomen en druk de grond goed aan. Zorg ervoor u de boom niet te diep in de grond zet. De bovenkant van de kluit moet aan de oppervlakte blijven. Het is voor het aangezicht niet erg om de kluit wat af te strooien met potgrond, maar dit mag geen dikke laag zijn om te voorkomen dat de aanzet van de stam verstikt en schade aan de voet van de boom ontstaat.
• Verzadig de bak met water, zodat de kluit goed contact maakt met de grond. De grond zal hierdoor nog wat kunnen gaan zakken. Vul de bak in dat geval weer wat aan met potgrond.
• Ook in de loop van de tijd erna kan de potgrond nog wat gaan inklinken. Houd dit goed in de gaten en vul waar nodig aan met potgrond. 

* Bij cortenstalen bakken is het belangrijk om geen overlooppijpjes te monteren en geen laagje van hydrokorrels aan te brengen. Als in deze bakken water blijft staan, bestaat de kans dat in de bodem gaten ontstaan als gevolg van roesten.