Stappenplan voor de aanplant van losse haagplanten

De groeiplaats bepalen

Haagplanten stellen in min of meerdere mate voorwaarden aan hun groeiplaats. Denk hierbij aan de lichtsituatie, de voedselrijkdom van de bodem, de waterbeschikbaarheid, maar ook bijvoorbeeld de windinvloed, de zuurgraad en de drainage van de bodem kunnen een hele belangrijke rol spelen. Verzeker uzelf ervan dat de gewenste plantplek aan de groeivoorwaarden van de gekozen soort voldoet. Indien noodzakelijk kunt u de groeiplaats verbeteren door bijvoorbeeld (een deel van) de grond te vervangen of een druppelsysteem aan te leggen. Als u twijfelt, kunt u ervoor kiezen om een bodemmonster te laten onderzoeken of een hovenier bij u uit de buurt te benaderen om de situatie te beoordelen.

Toch behoefte aan verdere expertise? Wij kunnen u eventueel een geschikte hovenier adviseren.

Leveringsvorm van de haagplanten

Losse haagplanten kunnen in een aantal kwaliteiten worden geleverd. Afhankelijk van welk type haagplant u wilt plaatsen is een net andere voorbereiding nodig. Klik daarom hieronder op de vorm haagplant die u heeft gekozen, en lees de passende specifieke instructies voordat u verder gaat met de aanplant.

Stappenplan voor de aanplant van uw haag

Wanneer u heeft gekozen voor haagplanten in pot zorgt u ervoor dat de kluiten van de planten van tevoren verzadigd zijn met water door de planten nog in de pot water te geven. Als het water aan de onderkant van de pot uitstroomt, indiceert dit dat u voldoende water heeft gegeven. U merkt bij het optillen dat de plant (nog in pot) een stuk zwaarder aanvoelt. Haagplanten met een blote wortel (wortelgoed) en met een (draad)kluit geeft u water nadat de planten zijn aangeplant en de grond goed is aangedrukt. Let op! Vul het plantgat niet met water om te voorkomen dat de grond dichtslaat.

1. U begint met het graven van een sleuf op de plek waar u de haag wilt planten. Zorg ervoor dat de diepte van deze sleuf ongeveer 2x de hoogte van de kluit is en dat de breedte van de sleuf ongeveer 1,5x de breedte van de kluit is.
2. Vermeng de DCM Vivimus met de grond uit de plantgeul in de verhouding 1:1 tot 1:2 (afhankelijk van de bodemkwaliteit). Ons advies is om tenminste 1 zak DCM Vivimus per strekkende meter haag toe te passen.
3. Vul de plantgeul met een deel van het mengsel, totdat de diepte van de geul gelijk is aan de hoogte van de kluit.
4. Span een draad op de plek waarlangs u de haag wilt hebben. Dit is een goed hulpmiddel om de haag in een rechte lijn te planten.
5. Bepaal de verdeling van de planten langs de plantgeul. Dit doet u door de planten haaks naast de plantgeul te leggen. Waar nodig kunt u nog schuiven in de verdeling.
6. Zet de planten 1 voor 1 in de plantgeul met de stam tegen het lijntje. Als u planten met een draadkluit heeft aangeschaft, is het belangrijk om het bovenste draad los te knippen, zodat de wortels de ruimte krijgen om te groeien. Het is niet persé nodig om het draad volledig te verwijderen. De jute doeken zullen volledig verteren. Dit geldt niet voor de blauwe acryl draden die in sommige jute doeken worden verwerkt en de witte gaasnetten met elastiek. Maak bij deze doeken de knoop van het doek los. De planten ondervinden er geen hinder van als u de doeken of netten laat zitten. Let er wel op dat de kluiten niet uit elkaar vallen als u toch besluit om de doeken en de draden te verwijderen.
7. Vul de plantgeul met de rest van het mengsel DCM Vivimus/grond uit het plantgat en druk de grond stevig, maar voorzichtig aan, zodat de wortels of de kluiten goed contact maken met de grond. Dit kunt u het beste doen door met de voet aan te drukken en de tenen naar de kluit te laten wijzen. Op deze manier is de kans op beschadiging van de wortels het kleinst.
8. Verzadig ten slotte de grond met water.

Nazorg van uw nieuwe haag

Nadat u uw haag volgens de bovenstaande instructies heeft geplant, is het van groot belang dat in de eerste 2 jaar na aanplant de beplanting extra zorg en aandacht krijgt. Gedurende het hele groeiseizoen en voor groenblijvende soorten zelfs in zachte, droge winters moeten de planten voldoende water krijgen. Zorg ervoor dat de bodem goed verzadigd wordt met water, zodat de wortels de gelegenheid krijgen om water op te nemen. U kunt het beste met een rustige straal (broesje) de planten over een langere periode water geven, dan een groot volume in één keer.

• Geef afhankelijk van de soort in droge perioden minimaal 1x per week extra water.
• Geef in droge perioden met hoge temperaturen 3 tot 4 x per week extra water.
•  Leg een dijkje rondom de kluit aan als de kluit van zwaarder materiaal is dan de grond waar ze ingezet worden. Water zal de weg van de minste weerstand volgen en dat is in dit geval om de kluit heen. Met behulp van een dijkje rondom de kluit kan het water langzaam de kluit in trekken, zodat het water daadwerkelijk beschikbaar komt voor de wortels.

Te weinig water kan voor uitval door verdroging van de wortels zorgen, maar te veel water is nog kwalijker. In algemene zin kunnen wortels niet te lang onder water blijven staan (met uitzondering van een aantal soorten). De wortels zullen uiteindelijk gaan rotten en geen water en voedingsstoffen meer kunnen opnemen. Helaas is dit een onomkeerbaar proces. Als na het watergeven of na een flinke regenbui langdurig plassen blijven staan, kunt u wellicht het beste een hovenier uit de buurt om advies vragen ten aanzien van de watergift of ten aanzien van een eventuele bodemverbetering. Desgewenst kunnen wij u een geschikte hovenier bij u in de buurt adviseren.

Haagplanten die met DCM Vivimus zijn aangeplant hebben tot ongeveer 6 maanden voldoende voeding. Om uw haag mooi te houden, raden wij u aan om na deze 6 maanden 2x in het jaar bij te mesten: bij aanvang van het voorjaar en bij aanvang van de zomer. Dit geldt ook na de eerste 2 jaar van aanplanting. Naast de extra voedingsstoffen hebben zuurminnende planten turfstrooisel en kalkminnende soorten groenkalk nodig. Laat u zich goed informeren welke meststoffen uw haag nodig heeft voor een optimaal resultaat.

Specifieke instructies per leveringsvorm

1. Haal uw bestelling op de afgesproken leverdatum op. Wij zorgen ervoor dat het wortelgoed zo laat mogelijk voor de leverdatum bij de kweker wordt besteld, zodat de planten zo kort mogelijk boven de grond staan.
2. Vervoer het wortelgoed in een zak of dek de planten af met een zeil op de aanhanger. Als gevolg van rijwind drogen wortels van wortelgoedproducten binnen een mum van tijd uit. Zorg ervoor dat rijwind geen vat op de wortels kan krijgen door de planten tijdens het transport goed te beschermen.
3. Zet de planten zo snel als mogelijk in de grond. Wacht niet te lang met het planten van wortelgoedproducten. Hoe langer de planten boven de grond staan, hoe groter de kans op uitdroging van de wortels is. Als u niet in de gelegenheid bent om de planten direct in de grond te zetten, laat het wortelgoed niet buiten liggen. Zet de planten in een schuur of een garage, het liefst met de wortels in een zak.
4. Spoel de wortels niet af met water om te voorkomen dat belangrijke bodemschimmels van de wortels worden afgespoeld. De meeste planten leven via hun wortels samen met schimmels. Deze vorm van symbiose wordt mycorrhiza genoemd. In ruil voor essentiële mineralen staan planten hun suikers aan schimmels af. Sommige planten hebben een hele sterke mycorrhiza waarbij schimmeldraden en wortelharen met elkaar verweven raken. Het afspoelen van de schimmels kan ervoor zorgen dat de planten kwetsbaarder worden voor omgevingsfactoren, zoals ziekten en droogte.
5. Stel de planten tijdens de aanplant niet bloot aan het weer. Als u een groot aantal planten gaat aanplanten, zorg ervoor dat de planten waar u nog niet aan toe bent gekomen, beschermd worden tegen weersinvloeden. Dit kunt u eenvoudig doen door een zeil over de planten heen te leggen.
6. Geef in de eerste jaren na aanplant in droge perioden goed water. Wortels van wortelgoedproducten hebben een aantal jaren de tijd nodig om een goed wortelgestel te ontwikkelen. De eerste jaren na aanplant zijn de wortels nog niet in staat om in droge perioden het water uit diepere bodemlagen aan te trekken. Om deze reden is het van groot belang om in droge perioden goed water te geven. De grond moet verzadigd worden met water, zodat de wortels de gelegenheid krijgen om het water op te kunnen nemen.

⇧ Terug naar instructies