Groeiplaats van vaste planten

Iedere plantensoort stelt zijn eigen voorwaarden aan zijn groeiplaats. Deze voorwaarden hebben betrekking tot de lichtsituatie, de vochthuishouding en de bodemeigenschappen (bijvoorbeeld voedselrijkdom, zuurgraad en waterdoorlatendheid). De ene soort stelt meer voorwaarden aan zijn leefomgeving dan de andere soort. Als een groeiplaats van zichzelf niet aan de voorwaarden van bepaalde soorten kan voldoen, is het vaak mogelijk de standplaats dusdanig aan te passen, zodat wel aan de groeivoorwaarden wordt voldaan. Denk hierbij aan druppelslangen, drainages, vervangen van de bestaande grond voor goede tuingrond, toepassen van meststoffen of een bodemverbeteraar. 
 

Aanplant van vaste planten

Bij de aanplant van vaste planten raden wij aan om gebruik te maken van DCM Vivimus Universeel. DCM Vivimus is een universele organische bodemverbeteraar voor de aanplant in de volle grond. Het product bestaat uit hoogwaardige natuurlijke grondstoffen. Met de toepassing van DCM Vivimus onstaat een humusrijke, luchtige grond met een groot waterhoudend vermogen. Deze eigenschappen stimuleren de inworteling van nieuwe beplanting. Daarnaast wordt het actieve bodemleven gestimuleerd. Het bodemleven is niet alleen belangrijk voor het omzetten van organische stoffen in voedingsstoffen die door de wortels kunnen worden opgenomen, maar ook voor de verbetering van de bodemstructuur. 
Bij het aanplanten kunt u het beste de volgende stappen volgen:

• Zet de planten uit (de planten blijven hierbij in de potten) en beoordeel of de verdeling naar wens is. Het aantal planten dat u per vierkante meter nodig heeft, verschilt van soort tot soort. Op onze website kunt u per soort de informatie over het aantal planten per vierkante meter vinden.

Als u tevreden bent over de verdeling kunt u de planten 1 voor 1 in de grond zetten. 

• Maak een gat dat iets groter is dan de kluit van de plant.
• Vermeng de grond uit het plantgat met DCM Vivimus Universeel in de verhouding 1:1 tot 1:2 (afhankelijk van de bodemkwaliteit). Voor vaste planten is de hoeveelheid DCM Vivimus per plant ongeveer 1 tot 2 volle handen. Als u zuurminnende planten heeft, kunt u kiezen voor de toepassing van DCM Vivimus voor zuurminnende planten. U kunt echter ook wat tuinturf door het mengsel DCM Vivimus Universeel/grond-uit-het-plantgat mengen.
• Doe een klein deel van het mengsel onderin het plantgat.
• Haal de plant voorzichtig uit de pot. Soms is het lastig om de potten van de kluiten te halen. Ga in dat geval niet aan de planten trekken. Hierbij kunnen de wortels teveel beschadigen. U kunt het beste de pot op de zijkant leggen en het potje met beleid indrukken. Op deze manier komt de pot los van de kluit.
• Zet de plant in het plantgat en vul de rest van het plantgat op met het mengsel DCM Vivimus/grond-uit-het-plantgat.
• Druk de grond met de handen stevig aan, zodat de kluit goed contact maakt met de grond.
• Geef tot slot veel water als u alle planten heeft geplant, zodat de overtollige lucht uit de grond verdwijnt en de kluiten goed contact met de grond kunnen maken.

Een beplantingsplan maken met vaste planten

Een beplantingsplan kan u helpen bij het kiezen van soorten die aan uw wensen voldoen. Voordat u gaat nadenken over bloemkleuren, bloeitijden en planthoogtes is het van groot belang om inzichtelijk te krijgen aan welke groeivoorwaarden uw tuin voldoet. De groeivoorwaarden bepalen het kader waarin u naar bepaalde plantensoorten kunt kijken. De plantensoort moet immers geschikt zijn om in uw tuin te kunnen voortbestaan. Let er op dat de groeicondities in uw tuin van plek tot plek kunnen verschillen; de ene plek staat bijna de hele dag in de zon en op de andere plek komt de hele dag geen direct zonlicht, of de ene plek ligt hoger in de tuin is een stuk droger dan de andere plek. Het kan ook zijn dat op bepaalde plaatsen in de tuin een storende laag in de bodem ligt wat de keus aan plantensoorten beperkt. Breng uw tuin in kaart, zodat u bewust bent van de mogelijkheden en beperkingen van de verschillende plekken in uw tuin.
Als u de groeicondities van uw tuin in kaart heeft gebracht, kunt u uw wensen gaan beschrijven: welke bloemkleur(en) en bloeiperioden zijn wenselijk, wilt u vooral planten die bijen, hommels, vlinders en/of vogels aantrekken, wilt u op bepaalde plekken in de tuin planten met een specifieke hoogte, etc.? Als u al uw wensen op papier heeft staan, kunt u met behulp van het filter in onze webshop heel gericht zoeken naar soorten die aan uw wensen en de groeicondities van de voldoen.U kunt de planten die u aanspreken volgens de onderstaande tabel uitzetten tegen de maanden van het jaar. De maanden waarin de planten bloeien, geeft u de kleur van de bloemen en de maanden dat de planten alleen in blad staan, geeft u de kleur van het blad. Bij bladverliezende soorten laat u de wintermaanden leeg. Op deze manier ziet u in één oogopslag in welke maanden uw tuin bloeit, welke kleuren in de tuin voorkomen en welke planten een overlappende bloeiperiode hebben. Met de gegevens uit de tabel is het beplantingsplan te tekenen. Maak een plattegrond van uw tuin en teken in de borders de plantvakken van de verschillende plantensoorten zoals u het in gedachten heeft. Maak hier een aantal kopieën van, zodat u voor ieder seizoen de plantvakken kunt inkleuren volgens de tabel. Voor bladverliezende soorten geeft u de plantvakken in de winter geen kleur. Met het vlekkenpatroon dat voor ieder seizoen ontstaat, kunt u toetsen of de balans van de beplanting voor ieder seizoen klopt en of het beeld voldoet aan uw wensenlijstje. Uit de tekeningen kan bijvoorbeeld blijken dat de tuin vooral in het voorjaar in bloei staat en in de zomer nagenoeg niet. Het kan ook zijn dat de ene kant van de tuin wel in bloei staat en de andere kant weer niet. De tekeningen zijn een goed hulpmiddel om inzichtelijk te krijgen waar u het beplantingsplan nog kunt aanpassen, zodat u tevreden bent over de soortensamenstelling en compositie.